Amerikaanse onderzoekers hebben gemeld dat lage niveaus van twee neurotransmitters - dopamine en acetylcholine - mogelijk betrokken zijn bij slaapstoornissen.

Slaapstoornissen gekoppeld aan niveaus van neurotransmitters

 Meervoudige systeematrofie (MSA) is een zeldzame en fatale degeneratieve neurologische ziekte die bijna altijd gepaard gaat met ernstige slaapstoornissen. Er is klinisch bewijs dat sommige slaapproblemen die met deze aandoening gepaard gaan, kunnen worden verlicht door medicijnen die uitgeput dopamine vervangen.

 Om deze klinische bevinding te onderzoeken, onderzochten onderzoekers van de Universiteit van Michigan de chemie van de hersenen van 13-patiënten met gezonde controlepersonen van MSA en 27.

 Radioactieve tracers die specifiek aan eiwitten in dopamine en acetylcholine producerende cellen hechten, werden aan de deelnemers toegediend. De hersenen werden vervolgens gescand met positronemissietomografie (PET) en single-foton emission computed tomography (SPECT).

 De scans werden uitgevoerd gedurende twee opeenvolgende nachten van polysomnografie, wat een continue registratie van specifieke fysiologische variabelen tijdens de slaap impliceert. De resultaten van PET- en SPECT-scans waren gecorreleerd met de polysomnografie-opnamen.

 De resultaten toonden aan dat MSA-patiënten een lagere dichtheid van dopamine en acetylcholine producerende neuronen hebben dan normale controlepersonen. Hoe lager de dichtheid van deze neurotransmitterproducerende cellen, hoe slechter de slaapproblemen van de proefpersonen.

 Verarmde dopamine producerende neuronen in het striatum van de hersenen werden geassocieerd met symptomen van geselen, praten en gewelddadig zwaaien tijdens het slapen. Daarentegen hadden patiënten met de laagste niveaus van acetylcholine producerende neuronen in de hersenstam meer onderbrekingen in de ademhaling tijdens de slaap.

 De onderzoekers merkten ook op dat hersengebieden die de spieren van de bovenste luchtwegen en de tong beheersen, geassocieerd waren met de grootste tekorten in acetylcholine-neuronen.

 De auteurs concluderen dat chemische onevenwichtigheden in de hersenen mogelijk gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor slaapstoornissen, maar dat verder onderzoek nodig is om deze bevindingen te bevestigen bij verder gezonde individuen en andere neurologische aandoeningen.