Hum Brain Mapp. 2014 Oct;35(10):5153-65. doi: 10.1002/hbm.22540.
Lorenz RC1, Gleich T, Beck A, Pöhland L, Raufelder D, Zomer W, Rapp MA, Kühn S, Gallinat J.
Abstract
Verwerking van beloning is de basis van adaptief gedrag van de mens. Neurale correlaten van beloningsverwerking lijken te worden beïnvloed door ontwikkelingsveranderingen van adolescentie tot late volwassenheid. Het doel van deze studie is om deze neurale correlaten bloot te leggen tijdens het gokken op een gokautomaat gedurende de hele levensduur. Daarom hebben we functionele magnetische resonantie beeldvorming gebruikt om 102 vrijwilligers in drie verschillende leeftijdsgroepen te onderzoeken: 34 adolescenten, 34 jongere volwassenen en 34 oudere volwassenen. We concentreerden ons op de kernbeloningsgebieden ventrale striatum (VS) en ventromediale prefrontale cortex (VMPFC), de met valentieverwerking geassocieerde gebieden, anterieure cingulaire cortex (ACC) en insula, evenals met informatie-integratie geassocieerde gebieden, dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC), en inferieure pariëtale lobule (IPL). De resultaten toonden aan dat VS en VMPFC werden gekenmerkt door een hyperactivatie bij adolescenten vergeleken met jongere volwassenen. Bovendien werden de ACC en insula gekenmerkt door een U-vormig patroon (hypoactivatie bij jongere volwassenen vergeleken met adolescenten en oudere volwassenen), terwijl de DLPFC en IPL werden gekenmerkt door een J-vormige vorm (hyperactivatie bij oudere volwassenen vergeleken met jongere groepen). . Bovendien onthulde een functionele connectiviteitsanalyse een verhoogde negatieve functionele koppeling tussen het remmingsgerelateerde gebied rIFG en VS bij jongere volwassenen vergeleken met adolescenten. De resultaten geven aan dat levensduurgerelateerde veranderingen tijdens het anticiperen op beloningen worden gekenmerkt door verschillende trajecten in verschillende beloningsnetwerkmodules en ondersteunen de hypothese van een onevenwichtigheid in de rijping van de striatale en prefrontale cortex bij adolescenten. Bovendien suggereren deze resultaten compenserende leeftijdsspecifieke effecten in fronto-pariëtale regio's.
;