Uitgestelde discontering correleert met proportionele laterale frontale cortex volumes (2009)

Biol Psychiatry. 2009 apr 15; 65 (8): 710-3. Epub 2009 Jan 1.

Bjork JM, Momenan R, Hommer DW.

bron

Afdeling Klinische Neurowetenschappen en Gedragsonderzoek, Nationaal Instituut voor Drugsmisbruik, National Institutes of Health, Bethesda, Maryland 20892, VS. [e-mail beveiligd]

Abstract

ACHTERGROND:

Functionele neuroimaging-experimenten bij gezonde controlepersonen hebben aangetoond dat het kiezen tussen kleine en directe beloningen versus grotere maar uitgestelde beloningen in DDC-taken recruteert mesofrontale en laterale frontale cortex. Kunnen individuele verschillen in de morfologie van de frontocortale grijze stof worden gerelateerd aan de voorkeur voor onmiddellijke beloning?

Methode:

We hebben DD in een laboratoriumbeslisstaak gerelateerd aan proportionele volumes van de frontocortale grijsstof (GM) berekend op basis van gesegmenteerde magnetische resonantiebeelden bij gezonde 29-volwassenen.

RESULTATEN:

Dorsolaterale en inferolaterale frontale cortex GM-volumes (gecorrigeerd als een deel van het totale cerebrale hersenvolume) correleerden elk omgekeerd met de voorkeur voor onmiddellijke bevrediging tijdens de besluitvorming, zoals geïndexeerd door DD constante k. Omgekeerd correleerde noch het proportionele GM-volume van de orbitofrontal of mesofrontale cortex, noch het cerebraal hersenvolume (CBV) of het totale intracraniële volume (ICV, een maat voor maximale hersengroei) significant met de ernst van DD.

Conclusies:

De ernst van discontering van vertraagde beloningen correleert met proportionele laterale frontocorticale GM-morfologie, maar niet met volledige hersenmetingen. In het licht van bewijs van frontocorticale afwijkingen in substantie-afhankelijkheid en sociopathie, kunnen toekomstige studies beoordelen of verminderd frontocortaal volume zelf een morfologische marker of risicofactor is voor onvermogen om bevrediging bij psychiatrische stoornissen uit te stellen.