Klinische kenmerken en as I comorbiditeit van Australische adolescente pathologische internet- en videospelgebruikers (2013)

Aust NZJ Psychiatry. 2013 nov; 47 (11): 1058-67. doi: 10.1177 / 0004867413491159. Epub 2013 mei 29.

King DL1, Delfabbro PH, Zwaans T, Kaptsis D.

Abstract

DOELEN:

Hoewel er een groeiende internationale erkenning is voor het gebruik van pathologische technologie (PTU) in de adolescentie, is er in Australië een gebrek aan empirisch onderzoek uitgevoerd. Deze studie was bedoeld om de klinische kenmerken van pathologisch videogamen (PVG) en pathologisch internetgebruik (PIU) in een normatieve Australische adolescentenpopulatie te beoordelen. Een secundair doel was het onderzoeken van de as I-comorbiditeiten geassocieerd met PIU en videogames.

METHODE:

In totaal werden 1287 Zuid-Australische middelbare scholieren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar gerekruteerd. Deelnemers werden beoordeeld met behulp van de PTU-checklist, Revised Children's Anxiety and Depression Scale, Social Anxiety Scale for Adolescents, herziene UCLA Loneliness Scale en Teenage Inventory of Social Skills. Adolescenten die voldeden aan de criteria voor PVG of PIU of beide werden vergeleken met normale adolescenten in termen van as I-comorbiditeit.

RESULTATEN:

De prevalentiecijfers van PIU en PVG waren respectievelijk 6.4% en 1.8%. Er werd een subgroep met gelijktijdig voorkomende PIU en PVG geïdentificeerd (3.3%). De meest onderscheidende klinische kenmerken van PTU waren terugtrekking, tolerantie, leugens en geheimhouding, en conflicten. Symptomen van preoccupatie, het onvermogen om zichzelf te beperken en het gebruik van technologie als ontsnapping werden vaak gerapporteerd door adolescenten zonder PTU, en kunnen daarom minder bruikbaar zijn als klinische indicatoren. Depressie, paniekstoornis en verlatingsangst kwamen het meest voor bij adolescenten met PIU.

Conclusies:

PTU onder Australische adolescenten blijft een probleem dat klinische zorg rechtvaardigt. Deze resultaten suggereren een opkomende trend in de richting van een grotere acceptatie en gebruik van internet onder vrouwelijke adolescenten, met bijbehorende PIU. Hoewel er een overlap bestaat tussen PTU-stoornissen, lijken adolescenten met PIU een groter risico te lopen op as I-comorbiditeit dan adolescenten met alleen PVG. Verder onderzoek met de nadruk op validatietechnieken, zoals geverifieerde identificatie van schade, kan een geïnformeerde consensus over de definitie en diagnose van PTU mogelijk maken.

trefwoorden:

Adolescenten; DSM-5; Internetgebruiksstoornis; comorbiditeit; pathologische videogames