Differentiatie van het risiconiveau van internetverslaving op basis van autonome zenuwreacties: de internetverslavingshypothese van autonome activiteit (2010)

OPMERKINGEN: Proefpersonen die werden geïdentificeerd als internetverslaafden hadden een veel hogere activatie van het sympathische zenuwstelsel (adrenaline) tijdens het surfen op internet.


Cyberpsychol Behav Soc Netw. 2010 Aug;13(4):371-8.
 
Lu DW, Wang JW, Huang AC.

bron

Afdeling Psychologie, Fo Guang Universiteit, nr. 160 Linwei Road, Jiaosi Shiang, Yilan County, Taiwan.

Abstract

Hoe internetverslavingsmisbruikers (IA) met een hoog risico reageren op verschillende autonome zenuwactiviteiten in vergelijking met personen met een laag risico, kan een cruciaal onderzoeksdoel zijn met implicaties voor preventie en behandeling.

Het doel van dit onderzoek was om dit probleem aan te pakken door het observeren van verschillen tussen IA-misbruikers met hoog en laag risico in vier fysiologische beoordelingen bij het surfen op internet: bloedvolumepuls (BVP), huidgeleiding (SC), perifere temperatuur (PTEMP) en ademhalingsrespons (RESPR). Tweeënveertig mannelijke en tien vrouwelijke deelnemers in de leeftijd van 18-24 jaar werden gescreend met de Chen Internet Addiction Scale (CIAS, 2003) en vervolgens gescheiden in IA-groepen met een hoog en een laag risico. Met behulp van psychofysiologische apparatuur kregen de deelnemers te maken met een aanpassingsperiode van 3 minuten, gevolgd door een testperiode van 6 minuten voor het surfen op internet tijdens de basis- en testfase. De huidige resultaten geven aan dat: (a) de CIAS-scores positief en negatief gecorreleerd waren met de RESPR en de PTEMP; (b) de PTEMP en RESPR van IA-misbruikers met een hoog risico waren respectievelijk zwakker en sterker dan die van IA-misbruikers met een laag risico; de BVP en SC van IA-misbruikers met een hoog risico werden respectievelijk verhoogd en verlaagd ten opzichte van IA-misbruikers met een laag risico. We suggereren dus dat vier autonome reacties verschillend gevoelig kunnen zijn voor de potentie van misbruikers in termen van de IA-hypothese van autonome activiteit.. De sterkere BVP- en RESPR-reacties en de zwakkere PTEMP-reacties van de IA-misbruikers met een hoog risico duiden erop dat het sympathische zenuwstelsel bij deze personen sterk geactiveerd was. SC activeert echter tegelijkertijd parasympathische reacties bij IA-misbruikers met een hoog risico. De paradoxale reacties tussen de sympathische en parasympathische acties komen in de discussie aan bod.