Internetverslaving of psychopathologie in vermomming? Resultaten van een enquête onder College-Aged Internet-gebruikers (2018)

Van Ameringen, Michael, William Simpson, Beth Patterson, Jasmine Turna en Zahra Khalesi.
Europese neuropsychofarmacologie 28, nr. 6 (2018): 762.

DOI: https://doi.org/10.1016/j.euroneuro.2017.10.003

Abstract

Doel

Internetverslaving is een term die pathologisch, compulsief internetgebruik beschrijft en heeft een geschatte prevalentie van 6% onder de algemene bevolking en hoger bij studenten [1]. Extreem internetgebruik kan van groot belang zijn voor de volksgezondheid, omdat het is toegeschreven aan verschillende cardio-pulmonale sterfgevallen en ten minste één moord. Hoewel het pathologische gebruik van alcohol of drugs historisch gezien als een verslaving is geaccepteerd, blijven vragen over de vraag of extreem internetgebruik als een verslaving moet worden opgevat. De Internet Addiction Test (IAT) is ontwikkeld in 1998, voorafgaand aan het wijdverbreide gebruik van een smartphone en andere mobiele apparaten, om internetverslaving [2] te detecteren. Het is onduidelijk of dit instrument problematisch, modern internetgebruik kan opvangen. Het doel van deze studie was om de constructie van "internetverslaving" te onderzoeken in een steekproef van universiteits-verouderde internetgebruikers.

Methode

Een onderzoek werd uitgevoerd aan eerstejaarsstudenten aan de McMaster University en gepost op onze centrumwebsite www.macanxiety.com. Na erkenning van een openbaarmakingsverklaring, hebben de deelnemers verschillende zelfbeoordelingsschalen voltooid met informatie over internetgebruik, symptomen van depressie en angst, impulsiviteit en uitvoerend functioneren. De maatregelen omvatten: een korte demografische vragenlijst en een enquête met de IAT, secties uit het Mini International Neuropsychiatric Interview voor OCD, GAD, SAD, de Barkley Adult ADHD Rating Scale, de Barratt Impulsiveness Scale, de Depressie, Angst en Stressschaal ( DASS-21), de Barkley-tekortkomingen in Executive Functioning Scale (BDEFS) en de Sheehan Disability Scale (SDS). Individuen werd ook gevraagd om de Dimensies van Problematisch Internetgebruik (DPIU) in te vullen; een schaal gebaseerd op DSM-5-verslavingscriteria. Nadat de enquête was voltooid, werden de respondenten op de hoogte gebracht van hun score en interpretatie op de IAT.

Resultaten

Tweehonderdvierenvijftig deelnemers voltooiden alle beoordelingen. Ze hadden een gemiddelde leeftijd van 18.5 ± 1.6 jaar en 74.5% was vrouw. In totaal voldeed 12.5% (n = 33) aan de screeningcriteria voor internettoevoeging volgens de IAT, terwijl 107 (42%) voldeed aan verslavingscriteria volgens de DPIU. De meest gerapporteerde dimensies van internetgebruik waarbij respondenten moeite hadden om hun gebruik te beheersen, waren: videostreamingdiensten (55.8%), sociale netwerken (47.9%) en instant messaging-tools (28.5%). Degenen die positief screenden op de IAT en op de DPIU hadden significant hogere niveaus van functionele beperkingen (p <0.001), depressie en angstsymptomen (p <0.001), grotere stoornissen in het executief functioneren (p <0.001) en grotere niveaus van aandachtsproblemen (p <0.001). <0.001) evenals ADHD-symptomen (p <0.01). Degenen met IAT- en DPIU-internetverslaving brachten meer van hun niet-essentiële (vrije) tijd online door in vergelijking met degenen die niet voldeden aan de criteria voor internetverslaving. Bij het onderzoeken van de verschillende dimensies van internetgebruik hadden positieve screeners meer moeite om hun gebruik van instant messaging-tools te beheersen in vergelijking met negatieve screeners (p = XNUMX). Er werden geen andere verschillen in gebruik waargenomen.

Conclusie

Een groot deel van de steekproef voldeed aan criteria voor internetverslaving. Deelnemers die voldeden aan de criteria voor internetverslaving hadden hogere niveaus van psychopathologie en functionele beperkingen. Met uitzondering van Instant Messaging-tools, was er geen verschil in het gebruik van internet tussen mensen die wel en niet voldeden aan de internetverslavingscriteria op de IAT. Deze studie benadrukt dat problematisch internetgebruik wellicht vaker voorkomt dan ooit werd gedacht. Verdere studies zijn nodig om de relatie tussen problematisch internetgebruik en psychopathologie te begrijpen.