(VERZEKERING) Hersencorrelaties van hunkering naar online gamen onder cue-exposure bij proefpersonen met internetgamernoodzaamheid en bij kwijtgeraakte onderwerpen. (2011)

OPMERKINGEN: In tegenstelling tot de meeste onderzoeken omvatte dit onderzoek zowel controlepersonen als internetverslaafden in remissie. Onderzoekers ontdekten dat proefpersonen met een internetverslaving een ander activeringspatroon vertoonden dan de controlegroep en van voormalige internetverslaafden. De hersenen van verslaafden verschilden van die van de controlegroep, en herstel leidde tot het ongedaan maken van verslavingsgerelateerde hersenveranderingen.


Addict Biol. 2011 Oct 26. doi: 10.1111 / j.1369-1600.2011.00405.x.

Ko CH1, Liu GC, Yen JY, Chen CY, Yen CF, Chen CS.

bron

Afdelingen Psychiatrie Medische Beeldvorming Kaohsiung Medical University Hospital, Kaohsiung Medical University, Taiwan, Afdelingen Psychiatrie Medische Beeldvorming Faculteit Geneeskunde, College of Medicine, Kaohsiung Medical University, Taiwan en Afdeling Psychiatrie, Kaohsiung Municipal Hsiao-Kang Hospital, Kaohsiung Medical University, Taiwan.

Abstract

Deze studie was gericht op het evalueren van hersencorrelaties van cue-geïnduceerde drang om online games te spelen bij proefpersonen met internetgamingverslaving (IGA), proefpersonen in remissie van IGA en controlepersonen. De hunkeringsreactie werd beoordeeld door gebeurtenisgerelateerd ontwerp van functionele magnetische resonantiebeelden (fMRI's). Voor dit onderzoek werden vijftien proefpersonen met IGA gerekruteerd, waarvan 15 in remissie van IGA en 15 controlepersonen.. De proefpersonen waren zo afgesproken dat ze de gaming-screenshots en neutrale afbeeldingen konden bekijken die door fMRI's werden onderzocht. De resultaten toonden aan dat de bilaterale dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC), precuneus, linker parahippocampus, posterieure cingulaat en rechter anterieure cingulaat werden geactiveerd als reactie op gaming-signalen in de IGA-groep en dat hun activering sterker was in de IGA-groep dan die in de controlegroep.

Hun interessegebied was ook positief gecorreleerd met de subjectieve gamedrang onder cue-blootstelling. Deze geactiveerde hersengebieden vertegenwoordigen het hersencircuit dat overeenkomt met het mechanisme van stoornissen in het middelengebruik. Het zou dus suggereren dat het mechanisme van IGA vergelijkbaar is met een stoornis in het middelengebruik. Bovendien had de IGA-groep een sterkere activering ten opzichte van de rechter DLPFC en de linker parahippocampus dan de remissiegroep. De twee gebieden zouden kandidaat-markers kunnen zijn voor de huidige verslaving aan online gamen en zouden in toekomstige studies moeten worden onderzocht.

© 2011 De auteurs, Verslavingsbiologie © 2011 Vereniging voor de Studie van Verslaving.

PMID: 22026537