Effecten van herhaalde blootstelling aan seksueel gewelddadige of niet-gewelddadige stimuli op seksuele opwinding tegen verkrachting en niet-afbeelding afbeeldingen (1984)

Joseph Ceniti

Neil M. Malamuth

Abstract

Het belangrijkste doel van dit onderzoek was om de effecten te onderzoeken van herhaalde blootstelling aan seksueel gewelddadige stimuli (SVS) in relatief 'naturalistische settings' over seksuele opwinding bij verkrachting en niet-stimulerende stimuli. Herhaalde blootstellingseffecten met niet-gewelddadige erotica werden ook onderzocht. Negenenzestig man Ss namen deel aan het onderzoek. Er is een voorbelichtingssessie gehouden waarin Ss werden blootgesteld aan geschreven en picturale afbeeldingen van verkrachting en wederzijds goedvindende geslachtsgemeenschap. Gebaseerd op Ss 'peniszwelling aan deze afbeeldingen, werden ze geclassificeerd als ofwel Krachtgericht, Niet-Krachtgericht of Niet-classificeerbaar. Hierop volgend, Ss werden willekeurig toegewezen aan seksueel gewelddadige (SVS), seksueel niet-gewelddadige (SNVS) of controle-omstandigheden binnen elke groep met krachtoriëntatie. Degenen die zijn toegewezen aan de SVS-conditie werden vervolgens blootgesteld aan 10 SVS inclusief langspeelfilms en geschreven en picturale afbeeldingen gedurende een periode van 4-weken. Ss in de SNVS-conditie werden alleen blootgesteld aan 10 vergelijkbare mediapresentaties die seksueel niet-gewelddadige activiteiten weergeven. Ss in de controleconditie werden tijdens deze 4-weekperiode niet aan prikkels blootgesteld.

Kort na het voltooien van de blootstellingsfase, Ss keerden terug voor een laboratoriumsessie na blootstelling, waarbij ze vier afbeeldingen kregen die qua thema overeenkwamen met die in de preëxpositie sessie. Er werden scores voor de tumoren van de penis en zelfrapportages van seksuele opwinding verkregen. Uit de resultaten bleek dat voor Force-gericht Ss die blootgesteld waren aan SVS of SNVS waren minder opgewonden voor de verkrachtingsvoorstellingen in de postexposure sessie dan die in de controleconditie. Een soortgelijk patroon deed zich voor met de niet-afbeelde afbeeldingen voor deze Ss, hoewel het aanzienlijk minder uitgesproken was. Er werd geen bewijs van een vergelijkbaar 'verzadigingspatroon' verkregen voor zowel niet-gefocust als niet-classificeerbaar Ss, met deze Ss die geen significante verschillen tussen de drie blootstellingsvoorwaarden vertonen.

De bevindingen worden besproken in de context van cognities, persoonlijkheidsverschillen, conditioneringsprocessen, stimulusparameters en responsgewennentheorieën. Sociale en klinische implicaties worden ook besproken.