De effecten van agressieve pornografie op overtuigingen in verkrachtingsmythen: individuele verschillen (1985)

Journal of Research in Personality

Volume 19, Issue 3, September 1985, pagina's 299-320

Abstract

Dit experiment beoordeelde de effecten van afbeeldingen in de media die mythen over verkrachting uitbeelden op het geloof van mannen in dergelijke mythen. Het onderzoek werd uitgevoerd in twee afzonderlijke sessies. Tijdens de oriëntatiesessie werden aan 307 mannen metingen van persoonlijkheid, motivatie, ervaring en agressieve neigingen afgenomen.

Tijdens de experimentele sessie werden 145 van deze mannen voor het eerst blootgesteld aan een van de acht op geluidsband opgenomen versies van een passage. Een van hen beeldde de mythe uit dat verkrachting resulteert in seksuele opwinding van het slachtoffer. Later luisterden de proefpersonen naar een tweede passage waarin ofwel niet-instemmende of instemmende seks werd afgebeeld. Hun perceptie van de tweede afbeelding en hun geloof in verkrachtingsmythen werden vervolgens gemeten. De bevindingen ondersteunden de hypothese dat afbeeldingen in de media die suggereren dat verkrachting leidt tot opwinding van het slachtoffer, kunnen bijdragen aan het geloof van mannen in een soortgelijke verkrachtingsmythe.

Bovendien gaf analyse van de bemiddelende rol van individuele verschillen aan dat mannen met een relatief hogere neiging tot agressie tegen vrouwen in het bijzonder waarschijnlijk worden beïnvloed door mediabeelden van verkrachtingsmythen. Er wordt gesuggereerd dat deze gegevens het beste kunnen worden verklaard op basis van informatieherstelprocessen. Bovendien werd vastgesteld dat machtsmotieven consistent gerelateerd waren aan grotere overtuigingen in verkrachtingsmythen.