De rol van pornografie in de etiologie van seksuele agressie (2001)

Seto, Michael C., Alexandra Maric en Howard E. Barbaree.

Agressie en gewelddadig gedrag 6, nee. 1 (2001): 35-53.

Abstract

Ondanks de publieke en wetenschappelijke aandacht die het onderwerp heeft gekregen, blijft het bewijs voor een causaal verband tussen pornografisch gebruik en seksuele misdrijven onduidelijk. In dit artikel wordt kritisch gekeken naar de onderzoeksliteratuur over de associatie van pornografie en seksuele misdrijven, met de nadruk op relevant experimenteel werk. De moeilijkheid van dit onderzoek wordt benadrukt in een bespreking van operationele definities van de term pornografie, de keuze van proxy-maatregelen voor seksueel delinquent gedrag in experimenteel onderzoek, en de nadruk die seksueel misbruik van volwassen vrouwen wordt gegeven op andere soorten crimineel seksueel gedrag, zoals kindermishandeling, exhibitionisme en voyeurisme. We bespreken ook de belangrijkste theoretische perspectieven conditionering, excitatieoverdracht, feministisch en sociaal leren - en enkele van de hypothesen die daarvan kunnen worden afgeleid. Op basis van het bestaande bewijsmateriaal stellen we dat individuen die al vatbaar zijn voor seksueel misbruik het meest waarschijnlijk een effect van pornografische blootstelling vertonen en het meest waarschijnlijk de sterkste effecten laten zien. Mannen die niet vatbaar zijn, hebben waarschijnlijk geen effect; als er daadwerkelijk een effect is, is het waarschijnlijk van voorbijgaande aard omdat deze mannen normaal geen gewelddadige pornografie zouden zoeken. Ten slotte presenteren we een Darwiniaans perspectief op de mogelijke relatie tussen pornografische gebruik en seksuele agressie.