Gewelddadige pornografie en vrouwenmisbruik: theorie om te oefenen (1998)

Geweld Vict. 1998 Winter;13(4):319-32.

Cramer E1, McFarlane J, Parker B, Soeken K, Silva C, Reel S.

Abstract

Om gewelddadig pornografisch gebruik en bijbehorend geweld tegen vrouwen te onderzoeken, werd een etnisch gestratificeerde steekproef van 198 mishandelde vrouwen gevraagd naar het gebruik van pornografisch materiaal door hun partners, en of hen was gevraagd of gedwongen om naar pornografische scènes te kijken, uit te spelen of te poseren. of afbeeldingen. In totaal meldde 40.9% van de vrouwen dat de misbruiker pornografisch materiaal gebruikte, met het aandeel significant hoger voor blanken (58.7%), vergeleken met zwarten (27.1%) of Iberiërs (38.5%). Wanneer groepen werden gevormd op basis van het gebruik van pornografie door de misbruiker en de daarmee samenhangende betrokkenheid van de vrouw, waren de geweldscores zoals gemeten op de schaal Index van partnermisbruik, risicobeoordeling en ernst van geweld tegen vrouwen significant hoger (p = <.001) voor vrouwen die de misbruiker meldden, vroegen of dwongen haar om naar pornografische scènes te kijken, te acteren of te poseren. De ernst van het geweld hield niet alleen verband met het feit of de misbruikte pornografie gebruikte of niet. Deze analyse is een eerste stap om te begrijpen hoe pornografie vrouwenmishandeling beïnvloedt.