Op het tweede gezicht: stabiliteit van neurale reacties op visuele seksuele stimuli (2014)

J Sex Med. 2014 Nov;11(11):2720-37. doi: 10.1111 / jsm.12653. Epub 2014 Aug 13.

Wehrum-Osinsky S1, Klucken T, Kagerer S, Walter B, Hermann A, Stark R.

Abstract

INVOERING:

Studies die de neurale reacties op seksuele prikkels onderzoeken, kunnen een belangrijke basis vormen voor een beter begrip van stoornissen van seksueel functioneren. Hoewel onze kennis van de neurale correlaten van seksuele stimulusverwerking aanzienlijk is toegenomen in het laatste decennium, de stabiliteit van de waargenomen effecten in studies over neurale seksuele reacties is nogal verwaarloosd.

DOEL:

Het huidige onderzoek was gericht op het testen van de stabiliteit van gedrags- en neurale reacties op visuele seksuele stimuli bij mannen en vrouwen over een tijdspanne van 1 tot 1.5 jaar. Om de valentie- en opwindingsgerelateerde aspecten van seksuele stimulusverwerking te ontwarren, gebruikten we niet alleen seksuele en neutrale, maar ook positieve en negatieve emotionele stimuli.

Methode:

Een steekproef van 56-proefpersonen (24-vrouwen) werd tweemaal beoordeeld, met een interval van 1 tot 1.5 jaar tussen beoordelingen. Tijdens een functionele magnetic resonance imaging (fMRI) sessie bekeken deelnemers passief seksuele, neutrale, positieve en negatieve emotionele beelden. Foto's werden gepresenteerd in 24-blokken van elk vijf afbeeldingen. Elk blok werd onmiddellijk beoordeeld na zijn presentatie met betrekking tot valentie, opwinding en seksuele opwinding.

MAIN UITKOMSTMATEN:

Bloedzuurstofniveau-afhankelijke (BOLD) responsen gemeten door fMRI en stimulusclassificaties.

RESULTATEN:

fMRI-analyses onthulden een gedistribueerd netwerk dat betrokken is bij de verwerking van seksuele stimuli, waarbij grote delen van dit netwerk op beide beoordelingspunten consequent worden geactiveerd. Nucleus accumbens, anterieure cingulate, occipitale en pariëtale cortex vertoonden de meest robuuste resultaten met betrekking tot groepsstabiliteit. Antwoorden van anterieure cingulate, orbitofrontale, pariëtale en occipitale cortex vertoonden interindividuele stabiliteit. Geslachtsverschillen waren beperkt tot een paar regio's van belang.

Conclusies:

Onze gegevens duiden op stabiliteit van neurale reacties op seksuele stimuli, niet alleen op de groep maar ook op het individuele niveau. Activering van pariëtale en occipitale cortex kan een kenmerkend karakter van aandachtgerelateerde reacties op seksuele stimuli weerspiegelen.

trefwoorden:

Nucleus Accumbens; Seksuele opwinding; Seksuele reactie; Stabiliteit; fMRI