Neurale bases van hypoactieve seksuele luststoornis bij vrouwen: een aan het evenement gerelateerd FMRI-onderzoek (2011)

J Sex Med. 2011 Sep;8(9):2546-59. doi: 10.1111 / j.1743-6109.2011.02376.x.

Bianchi-Demicheli F1, Cojan Y, Waber L, Recordon N, Vuilleumier P, Ortigue S.

Abstract

INVOERING:

Hoewel er een overvloedig debat is over de mechanismen die een van de meest voorkomende seksuele klachten bij vrouwen ondersteunen, namelijk de vrouwelijke hypoactieve seksuele begeerte-aandoening (HSDD), is er nog weinig bekend over de specifieke neurale basis van deze aandoening.

AIM:

Het belangrijkste doel van deze studie was om te bepalen of vrouwen met HSDD differentiële actiepatronen vertoonden in het hersennetwerk dat actief is voor seksueel verlangen bij personen zonder HSDD.

Methode:

Een totaal van 28 rechtshandige vrouwen namen deel aan deze studie (gemiddelde leeftijd 31.1 ± 7.02 jaar). Dertien van de 28-vrouwen hadden HSDD (HSDD-deelnemers), terwijl 15-vrouwen geen hypoactieve seksuele luststoornis rapporteerden (NHSDD-deelnemers). Met behulp van event-related functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI), vergeleken we de regionale cerebrale bloedstroomreacties tussen deze twee groepen deelnemers, terwijl ze naar erotische versus niet-erotische stimuli keken.

BELANGRIJKE UITKOMSTMETING:

Bloed-oxygenatie niveau-afhankelijke (BOLD) signaal veranderingen in reactie op erotische stimuli (vergeleken met niet-erotische stimuli). Statistical Parametric Mapping werd gebruikt om hersengebieden te identificeren die significante differentiële activeringen tussen stimuli en tussen groepen vertoonden.

RESULTATEN:

Zoals verwacht toonden gedragsresultaten aan dat NHSDD-deelnemers erotische stimuli significant hoger vonden dan HSDD-deelnemers dat deden op een 10-punts wenselijke schaal. Er werd geen beoordelingsverschil waargenomen voor de niet-erotische stimuli tussen NHSDD- en HSDD-deelnemers. Onze functionele neuroimaging-resultaten breidden deze gegevens uit door twee verschillende soorten neurale veranderingen in deelnemers met en zonder HSDD te demonstreren. In vergelijking met HSDD-deelnemers vertoonden deelnemers zonder HSDD meer activering in hersengebieden die betrokken zijn bij de verwerking van erotische stimuli, waaronder intrapariëtale sulcus, dorsale anterieure cingulate gyrus en ento / perirhinale regio. Interessant genoeg toonden HSDD-deelnemers ook extra activeringen in hersengebieden geassocieerd met hogere orde sociale en cognitieve functies, zoals inferieure pariëtale lobulus, inferieure frontale gyrus en posterieure mediale occipitale gyrus.

CONCLUSIE:

Samen geven deze bevindingen aan dat HSDD-deelnemers niet alleen een hypo-activering vertonen in hersengebieden die seksueel verlangen mediëren, maar ook een ander hersenennetwerk van hyperactivatie, dat verschillen in subjectieve, sociale en cognitieve interpretaties van erotische stimuli zou kunnen weerspiegelen. Gezamenlijk liggen deze gegevens in lijn met het stimuleringsmotivatiemodel van seksueel functioneren.

© 2011 International Society for Sexual Medicine.