De blootstelling van adolescenten aan seksueel expliciet internetmateriaal, seksuele onzekerheid en attitudes ten opzichte van ongeoorloofde seksuele exploratie: is er een verband? (2008)

Communicatie onderzoek oktober 2008 vlucht. 35 Nee. 5 579-601

  1. Jochen Peter Universiteit van Amsterdam
  1. Patti M. Valkenburg Universiteit van Amsterdam

Abstract

Het verband tussen de blootstelling van adolescenten aan seksuele media-inhoud en hun seksuele socialisatie is nauwelijks benaderd vanuit een identiteitsontwikkelingskader. Bovendien heeft bestaand onderzoek de rol van blootstelling van adolescenten aan seksueel expliciet internetmateriaal in die associatie grotendeels genegeerd.

Deze studie introduceert twee kenmerken van het seksuele zelf van adolescenten - seksuele onzekerheid en attitudes ten opzichte van seksuele verkenning - en onderzoekt deze kenmerken als mogelijke correlaten van de blootstelling van adolescenten aan seksueel expliciet internetmateriaal. Tekening uit een steekproef van 2,343 Nederlanders adolescenten van 13 tot 20, de auteurs vinden dat vaker blootstelling aan seksueel expliciet internetmateriaal geassocieerd wordt met grotere seksuele onzekerheid en positievere attitudes ten opzichte van ongecommitteerde seksuele exploratie (dwz seksuele relaties met losse partners / vrienden of met seksuele partners in one-night-stands). De bevindingen vragen om meer aandacht voor de blootstelling van adolescenten aan seksueel expliciet materiaal op internet en identiteitsgerelateerde kwesties.


Van - Het effect van internetporno op adolescenten: een overzicht van het onderzoek (2012)

  • Recent onderzoek suggereert dat er een relatie bestaat tussen adolescenten die worden blootgesteld aan internetpornografie en het verwerven van een verscheidenheid aan seksuele overtuigingen. Peter en Valkenburg (2008b) stellen dat seksueel expliciet materiaal tal van seksuele attitudes kan bieden aan kijkers, en dat deze overtuigingen kunnen verschillen van die welke bij adolescenten worden bijgebracht door hun families en scholen. Deze dissonantie, of conflict in seksuele overtuigingen, wordt toegeschreven aan toegenomen seksuele onzekerheid (Peter & Valkenburg, 2008b).
  • Een daaropvolgende studie door Peter en Valkenburg (2008b) wees ook op een verband tussen blootstelling van adolescenten aan seksueel expliciet materiaal en positieve attitudes met betrekking tot het deelnemen aan ongecommitteerde seksuele exploratie.