(L) Zijn angststoornissen allemaal in de geest - dopamine

Zijn angststoornissen allemaal in de geest?

ScienceDaily (mei 12, 2008) - Met behulp van single-photon emission computed tomography (SPECT) konden onderzoekers in Nederland biochemische verschillen in de hersenen van personen met gegeneraliseerde sociale fobie (ook bekend als sociale fobie) opsporen, wat bewijs opleverde van een langverwachte biologische oorzaak voor de disfunctie.

Het onderzoek vergeleek de dichtheden van elementen van de serotonine- en dopamine-neurotransmittersystemen in de hersenen van 12-mensen met de diagnose van een sociale fobie, maar die geen medicatie hadden gebruikt om het te behandelen, en een controlegroep van gezonde 12-mensen die werden gekoppeld aan geslacht en leeftijd.

Beide groepen werden geïnjecteerd met een radioactieve stof die zich bindt met elementen van de serotonine- en dopaminesystemen van de hersenen. Eenmaal toegediend, onthulde de radiotracer functionele veranderingen in deze systemen door de radioactieve binding te meten in de thalamus, middenhersenen en pons (waarvan bekend is dat deze wordt beïnvloed door serotonine) en in het striatum (waarvan bekend is dat deze wordt beïnvloed door dopamine). De veranderde opnameactiviteit in deze regio's duidde op een hoger niveau van verstoorde functie.

"Onze studie levert direct bewijs voor de betrokkenheid van het dopaminerge systeem van de hersenen bij sociale angststoornissen bij patiënten die niet eerder aan medicatie waren blootgesteld., ”Zei Dr. van der Wee, MD, Ph.D., bij de afdeling psychiatrie en het Leiden Institute for Brain and Cognition in het Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden (en voorheen bij het Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University Medical Centrum in Utrecht, Nederland). "Het toont aan dat sociale angst een fysieke, hersenafhankelijke component heeft."

Serotonine en dopamine (neurotransmitters, of stoffen die verantwoordelijk zijn voor de overdracht van signalen van het ene neuron naar het andere) werken op receptoren in de hersenen. Als de neurotransmitters uit balans zijn, kunnen berichten niet goed door de hersenen komen. Dit kan de manier veranderen waarop de hersenen reageren op normale sociale situaties, wat leidt tot angst.

Andere neuroimaging-onderzoeken hebben afwijkingen in glucose- en zuurstofverbruik in de hersenen aangetoond, aldus van der Wee, die ook wijst op causaliteit als een bijkomend probleem. "Van de meeste mensen die bij deze eerdere onderzoeken betrokken waren, was bekend dat ze al aan de aandoening leden, dus we weten niet of de afwijkingen aanwezig waren vóór het begin van de aandoening", zei hij.

Op basis van eerdere studies hebben sommige onderzoekers gesuggereerd dat sociale angststoornis het resultaat is van de wisselwerking tussen een genetische of verworven biologische kwetsbaarheid en de omgeving. Meer recent onderzoek heeft aangetoond dat sociale angststoornis mogelijk verband houdt met een onbalans van de neurotransmitter serotonine. Dit is de eerste keer dat het dopaminerge systeem van de hersenen rechtstreeks werd onderzocht.

"Hoewel er als resultaat van deze studie nog geen directe implicaties zijn voor de behandeling, is het weer een bewijs dat biologische afwijkingen laat zien, wat kan leiden tot nieuwe therapeutische benaderingen en inzicht in de oorsprong van de aandoening", aldus Dr. van der Wee. .

Volgens het National Institute of Mental Health treft sociale angststoornis ongeveer 15 miljoen Amerikaanse volwassenen en is het de derde meest voorkomende psychische aandoening in de Verenigde Staten, na depressie en alcoholverslaving. Het essentiële kenmerk van de stoornis is de angst om door anderen te worden beoordeeld, met de verwachting dat een dergelijke beoordeling negatief en beschamend zal zijn. Het heeft de neiging om een ​​chronische en niet-aflatende loop te hebben en leidt vaak tot de ontwikkeling van alcoholisme en depressie. De aandoening komt meestal voor in de adolescentie of vroege volwassenheid, maar kan op elk moment voorkomen, inclusief de kindertijd.

Co-auteurs van het onderzoek zijn onder andere J. Frederieke van Veen, Irene M. van Vliet, Herman G. Westenberg, Afdeling Psychiatrie; en Henk Stevens, Peter P. van Rijk, Afdeling Nucleaire Geneeskunde, allemaal van het Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht, Nederland.

________________________________________

Journal Reference:

1. NJ van der Wee, JF van Veen, H. Stevens, IM van Vliet, PP van Rijk, HG Westenberg. Verhoogde binding van serotonine en dopamine transporter in psychotrope medicatie-Naïeve patiënten met gegeneraliseerde sociale angststoornis Getoond door 123I- - (4-joodfenyl) -Tropaan-SPECT. Journal of Nuclear Medicine, 2008; 49 (5): 757 DOI: 10.2967 / jnumed.107.045518