De neurowetenschap van het gebruik van smartphones / sociale media en de groeiende behoefte om methoden van 'psycho-informatica' (2019) op te nemen

Informatiesystemen en neurowetenschap pp 275-283

https://link.springer.com/chapter/10.1007/978-3-030-01087-4_32

Christian Montag

Een deel van de Collegegevens in informatiesystemen en organisatie boekenserie (LNISO, volume 29)

Abstract

Het huidige werk geeft een kort overzicht van de huidige stand van zaken in het onderzoek naar de neurowetenschappelijke onderbouwing van het gebruik van sociale media. Een dergelijk overzicht is van belang omdat individuen veel tijd besteden aan deze 'sociale' online kanalen. Ondanks verschillende positieve aspecten van het gebruik van sociale media, zoals het vermogen om gemakkelijk met anderen over grote afstanden te communiceren, is het duidelijk dat nadelige effecten op onze hersenen en geest mogelijk zijn. Aangezien veel neurowetenschappelijk en psychologisch onderzoek tot nu toe uitsluitend berust op zelfrapportage-maatregelen om het gebruik van sociale media te beoordelen, wordt gesteld dat neurowetenschappers / psychologen meer digitale sporen moeten opnemen die het gevolg zijn van mens-machine / computerinteractie, en / of informatie gedeeld door individuen op sociale media, in hun wetenschappelijke analyses. In dit domein kan digitale fenotypering worden bereikt via methoden van 'Psycho-informatica', een samensmelting van de disciplines psychologie en informatica / informatica.

Trefwoorden Smartphone Sociale media Psycho-informatica Digitale fenotypering Nucleus accumbens Anterieure cingulaire cortex