Beoordeling van self-efficacy om zelf-geïnitieerde strategieën voor het verminderen van het gebruik van pornografie te gebruiken (2014)

Volume 40, Januari 2015, pagina's 115-118

Hoogtepunten

• Nieuwe vragenlijst beoordeelt self-efficacy om strategieën voor pornoreductie te gebruiken

• Gebruik-reductie self-efficacy gevarieerd door wekelijkse frequentie van pornografie gebruik.

• Associaties met ander construct ondersteund criterium en discriminante validiteit.

• Vragenlijst heeft klinische aanvragen voor beoordeling en behandeling.

Abstract

Introductie: Deze studie evalueerde verschillende psychometrische eigenschappen van een nieuw ontwikkelde vragenlijst die is ontworpen om de zelfeffectiviteit van individuen te beoordelen (van 0% tot 100%) om zelf-geïnitieerde cognitieve gedragsstrategieën toe te passen die bedoeld zijn om de frequentie en duur van hun pornografisch gebruik te verminderen.

Methoden: Met behulp van een op het web gebaseerde procedure voor het verzamelen van gegevens hebben we 1298 mannelijke gebruikers van pornografie gerekruteerd om vragenlijsten in te vullen waarin hyperseksualiteit, gebruiksgeschiedenis van pornografie en algemene self-efficacy worden beoordeeld.

Resultaten: Op basis van een analyse van de hoofdcomponenten en onderzoek van correlaties tussen items hebben we 13-items verwijderd uit de eerste pool van 21-strategieën. De resulterende 8-itemvragenlijst had een uitstekende interne consistentiebetrouwbaarheid en een gematigde gemiddelde inter-itemcorrelatie die als indicatief voor unidimensionaliteit werd beschouwd. Ter ondersteuning van criteriumvaliditeit was self-efficacy om strategieën voor gebruik-reductie te gebruiken significant geassocieerd met de frequentie waarmee deelnemers pornografie gebruikten, met scores op een mate van hyperseksualiteit, en met het aantal keren dat men had geprobeerd om te bezuinigen met pornografie. Ter ondersteuning van discriminante validiteit, vonden we dat de zelfeffectiviteitsscores voor het gebruik van pornografie niet sterk gecorreleerd waren met de algemene zelfeffectiviteit.

Conclusies: Zowel onderzoekers als clinici zouden deze vragenlijst kunnen gebruiken om het vertrouwen van pornografiegebruikers te beoordelen om zelf-geïnitieerde strategieën te gebruiken die bedoeld zijn om de duur en frequentie waarmee ze pornografie gebruiken te verminderen.