De pathologisering van professionals in de geestelijke gezondheidszorg van dwangmatig seksueel gedrag: zijn geslacht en seksuele geaardheid van cliënten van belang? (2019)

Tijdschriftartikeldatabase: PsycARTICLES

Klein, V., Briken, P., Schröder, J., & Fuss, J. (2019).

Tijdschrift voor abnormale psychologie, 128(5), 465-472.

http://dx.doi.org/10.1037/abn0000437

Abstract

Onlangs is voorgesteld om de compulsieve seksuele gedragsstoornis op te nemen in de 11e versie van de Internationale Statistische classificatie van ziekten en aanverwante gezondheidsproblemen. Er is herhaaldelijk bezorgdheid geuit over het overpathologiseren van seksueel gedrag en het potentieel voor vals-positieve resultaten in de klinische praktijk. Empirisch bewijs geeft aan dat stereotypen met betrekking tot geslacht en seksuele geaardheid de beoordeling van therapeuten door cliënten kunnen beïnvloeden. Die stereotypen zijn waarschijnlijk geassocieerd met verschillende niveaus van pathologisatie en stigmatisering van hoge niveaus van seksuele interesse en gedrag. Het doel van deze studie was om de mogelijke verbanden tussen de gender- en seksuele geaardheid van cliënten en de pathologisatie van MHP-professionals van dwangmatig seksueel gedrag te onderzoeken. Een steekproef van MHP's (N = 546) werd gepresenteerd met een casusvignet waarin een cliënt met dwangmatig seksueel gedrag werd beschreven. De informatie over de cliënt varieerde per geslacht (mannelijk of vrouwelijk), seksuele geaardheid (homoseksueel of heteroseksueel) en klinische toestand (dubbelzinnige diagnostische criteria en vervulde diagnostische criteria voor dwangmatige seksuele gedragsstoornis). Na het lezen van het vignet beoordeelden de MHP's de geestelijke gezondheidstoestand van de cliënt en gaven ze een mening over oorzakelijk verband (psychologische versus biologische etiologie) en stigmatiseringsindicatoren (de getroffen persoon de schuld geven voor hun problemen, verlangen naar sociale afstand, perceptie van gevaarlijkheid). De MHP's vertoonden aanzienlijk minder neiging om te pathologiseren wanneer de cliënt een homoseksuele vrouw of man was, onafhankelijk van hun klinische toestand. Bemiddelingsanalyses toonden aan dat het biologische etiologische model gedeeltelijk de effecten bemiddelde van verminderde pathologisatie bij homoseksuele cliënten. Deze resultaten geven aan dat klinische beslissingen met betrekking tot dwangmatig seksueel gedrag worden beïnvloed door nosologisch irrelevante opvattingen over de biologische oorzaak van seksueel gedrag. (PsycINFO Database Record (c) APA 2019, alle rechten voorbehouden)