Pornografie en seksueel misbruik op het internet (2007)

Internetporno wordt beschouwd als het stimuleren van seksuele agressie en misbruik of als het dienen als een veiligheidsklep. Deze controverse is een belangrijk onderwerp in de gezondheidszorg, media en juridische politiek. Volgens empirische studies over pornografie in het algemeen kunnen soft-core pornografie en geweldloze pornografie als onschadelijk worden beschouwd, terwijl niet-gewelddadige hardcore pornografie en gewelddadige pornografie de agressie kunnen vergroten. Personen met een hoog risico op seksuele agressie tonen meer interesse in gewelddadige pornografie en worden sterker gestimuleerd door dergelijk materiaal. Twee casusgeschiedenissen illustreren de kenmerken van internetpornografie en ‘cyberseks’: gemakkelijke toegang, anonimiteit, betaalbaarheid, breed aanbod en afwijking van het materiaal, onbeperkte markt, vervaging van de grenzen tussen consument en producent, interactieve communicatie, ruimte om te experimenteren tussen fantasie en in echt gedrag, virtuele identiteiten, gemakkelijk contact tussen dader en slachtoffer of onder daders, en laag risico op aanhouding. Het fenomeen "seksuele verslaving" (of aan parafilie gerelateerde stoornis) is met name relevant voor het problematische gebruik van internetpornografie. Preventieve maatregelen ter bescherming van mogelijke slachtoffers worden gepresenteerd, evenals behandelingsstrategieën voor daders. Naast de beperkte toegang tot internet, omvatten deze de behandeling van comorbide psychiatrische stoornissen en psychische problemen (sociaal isolement, rouwverwerking, stress- en woedebeheersing, schuld en schaamte, traumata uit de kindertijd, cognitieve vervorming, empathie van het slachtoffer), psychofarmacotherapie en de versterking van een meer integratieve en relatiegerichte seksualiteit.