ASAM's Definition of Addiction: Frequently Asked Questions (2011)

Deze reeks veelgestelde vragen vergezelde ASAM's nieuwe definitie van verslaving. Een paar van de Q & A's gaan over seksverslaving. Het is vrij duidelijk dat de experts van ASAM seks als een echte verslaving beschouwen. We zien seksverslaving (echte partners) als heel anders dan pornoverslaving op internet (een scherm). Velen die pornoverslaving op het internet ontwikkelen, zouden in het pre-internettijdperk nooit een seksverslaving hebben ontwikkeld.

Twee artikelen die we schreven:


ASAM's definitie van verslaving: veelgestelde vragen (augustus, 2011)

1. VRAAG: Wat is er anders aan deze nieuwe definitie?

ANTWOORD:

De focus in het verleden lag in het algemeen op stoffen die verband houden met verslaving, zoals alcohol, heroïne, marihuana of cocaïne. Deze nieuwe definitie maakt duidelijk dat verslaving niet over drugs gaat, maar over hersenen. Het zijn niet de stoffen die een persoon gebruikt waardoor ze verslaafd raken; het is niet eens de hoeveelheid of frequentie van gebruik. Verslaving gaat over wat er in het brein van een persoon gebeurt als ze worden blootgesteld aan belonende stoffen of gedrag belonen, en het gaat meer om beloningscircuits in de hersenen en gerelateerde hersenstructuren dan om externe chemicaliën of gedrag dat die beloning "inschakelt". circuits. We hebben de rol van geheugen, motivatie en gerelateerde circuits in de manifestatie en progressie van deze ziekte erkend.

2. VRAAG: Hoe verschilt deze definitie van verslaving van eerdere beschrijvingen zoals DSM?

ANTWOORD:

Het standaard diagnostische systeem is de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), uitgegeven door de American Psychiatric Association. Deze handleiding bevat honderden diagnoses van verschillende aandoeningen en de criteria waarmee men een diagnose stelt. De DSM gebruikt de term 'middelenafhankelijkheid' in plaats van verslaving. In de praktijk hebben we de term 'afhankelijkheid' door elkaar gebruikt met verslaving. Het is echter verwarrend. De methode waarop de psychiatrie zich heeft gebaseerd, is het interview met de patiënt en uiterlijk waarneembaar gedrag. De term die het vaakst wordt gebruikt, is 'middelenmisbruik'. Sommige clinici gebruiken deze term door elkaar met 'verslaving', wat ook voor verwarring zorgt. Daarom heeft ASAM ervoor gekozen om verslaving duidelijk te definiëren, op een manier die nauwkeurig het ziekteproces beschrijft dat verder gaat dan openlijk gedrag, zoals aan middelen gerelateerde problemen.

De sinds 1980 gepubliceerde edities van de DSM zijn heel duidelijk dat de DSM-aanpak 'atheoretisch' is - een diagnose hangt niet af van een bepaalde theorie van de psychologie of een theorie van de etiologie (waar een ziekte uit voortkomt). De DSM kijkt alleen naar gedrag dat u kunt zien of symptomen of ervaringen die een patiënt meldt via een interview. De ASAM-definitie van verslaving sluit de rol van omgevingsfactoren in verslaving niet uit - zaken als buurt of cultuur of de hoeveelheid psychologische stress die een persoon heeft ervaren. Maar het kijkt beslist naar de rol van de hersenen in de etiologie van verslaving - wat er gebeurt met het functioneren van de hersenen en specifieke hersencircuits die het uiterlijk gedrag van verslaving kunnen verklaren.

3. VRAAG: Waarom is deze definitie belangrijk?

ANTWOORD:

Bij verslaving gaat het bijna per definitie om ernstige stoornissen in een persoon - hun functionele niveau op hun werk, in hun gezin, op school of in de samenleving in het algemeen, is veranderd. Mensen kunnen allerlei soorten disfunctionele dingen doen als ze verslaafd zijn. Sommige van deze gedragingen zijn ronduit asociaal - bepaalde dingen doen kan een schending zijn van sociale normen en zelfs maatschappelijke wetten. Als iemand gewoon kijkt naar het gedrag van een persoon met verslaving, kan iemand een leugen zien, een persoon die vals speelt en een persoon die wetten overtreedt en geen goede morele waarden lijkt te hebben. Het antwoord van de samenleving is vaak geweest om die asociale gedragingen te bestraffen, en om te geloven dat de persoon met verslaving in wezen een 'slecht persoon' is.

Wanneer je begrijpt wat er echt met verslaving gebeurt, besef je dat goede mensen hele slechte dingen kunnen doen, en het gedrag van verslaving begrijpelijk is in de context van de veranderingen in de hersenfunctie. Verslaving is niet, in essentie, gewoon een sociaal probleem of een probleem van moraal. Verslaving gaat over hersenen, niet alleen over gedrag.

4. VRAAG: Moeten zij, alleen omdat een persoon de ziekte van een verslaving heeft, worden vrijgesproken van elke verantwoordelijkheid voor hun gedrag?

ANTWOORD:

Nee. Persoonlijke verantwoordelijkheid is belangrijk in alle aspecten van het leven, inclusief hoe iemand zijn eigen gezondheid in stand houdt. In de verslavingswereld wordt vaak gezegd: "U bent niet verantwoordelijk voor uw ziekte, maar u bent verantwoordelijk voor uw herstel." Mensen met een verslaving moeten hun ziekte begrijpen en vervolgens, wanneer ze in herstel zijn gekomen, de nodige stappen ondernemen om de kans op terugval naar een actieve ziektetoestand te minimaliseren. Mensen met diabetes en hartaandoeningen moeten persoonlijke verantwoordelijkheid nemen voor de manier waarop ze met hun ziekte omgaan - hetzelfde geldt voor mensen met een verslaving.

De samenleving heeft zeker het recht om te beslissen welk gedrag zulke grove schendingen van het sociale verbond in een samenleving zijn, dat ze als criminele handelingen worden beschouwd. Mensen met een verslaving kunnen criminele handelingen plegen, en ze kunnen verantwoordelijk worden gehouden voor die acties en geconfronteerd worden met de consequenties die de samenleving heeft geschetst voor die acties.

5. VRAAG: Deze nieuwe definitie van verslaving verwijst naar verslaving met betrekking tot gokken, eten en seksueel gedrag. Gelooft ASAM echt dat voedsel en seks verslavend zijn?

ANTWOORD:

Verslaving aan gokken is al tientallen jaren goed beschreven in de wetenschappelijke literatuur. In de laatste editie van de DSM (DSM-V) wordt de kans op gokken in dezelfde sectie vermeld met stoornissen in het gebruik van middelen.

De nieuwe ASAM-definitie wijkt af van het gelijkstellen van verslaving met alleen substantie-afhankelijkheid, door te beschrijven hoe verslavend gedrag ook gerelateerd is aan gedrag dat lonend is. Dit is de eerste keer dat ASAM officieel heeft vastgesteld dat verslaving niet alleen 'substantie-afhankelijkheid' is.

Deze definitie zegt dat verslaving gaat over functioneren en hersencircuits en hoe de structuur en functie van de hersenen van mensen met verslaving verschillen van de structuur en functie van de hersenen van personen die geen verslaving hebben. Er wordt gesproken over beloningscircuits in de hersenen en gerelateerde schakelingen, maar de nadruk ligt niet op de externe beloningen die op het beloningssysteem werken. Voedsel en seksueel gedrag en gokgedrag kunnen worden geassocieerd met het "pathologische streven naar beloningen" beschreven in deze nieuwe definitie van verslaving.

6. VRAAG: Wie heeft voedselverslaving of seksverslaving? Hoeveel mensen is dit? Hoe weet je dat?

ANTWOORD:

We hebben allemaal de beloningscircuits die eten en seks belonen. In feite is dit een overlevingsmechanisme. In een gezond brein hebben deze beloningen feedbackmechanismen voor verzadiging of 'genoeg'. In iemand met verslaving, wordt de schakeling disfunctioneel, zodat de boodschap aan het individu 'meer' wordt, wat leidt tot het pathologische streven naar beloningen en / of opluchting door het gebruik van substanties en gedragingen. Dus iedereen die verslaafd is, is kwetsbaar voor voedsel en seksverslaving.

We hebben geen nauwkeurige cijfers over hoeveel mensen zijn getroffen door voedselverslaving of seksverslaving, in het bijzonder. Wij geloven dat het belangrijk zou zijn om onderzoek te richten op het verzamelen van deze informatie door deze aspecten van verslaving te herkennen, die aanwezig kunnen zijn met of zonder stofgerelateerde problemen.

7. VRAAG: Gezien het feit dat er binnen het DSM-proces een diagnostisch systeem bestaat, is deze definitie dan niet verwarrend? Is dit niet concurrerend met het DSM-proces?

ANTWOORD:

Er is hier geen poging om te concurreren met de DSM. Dit document bevat geen diagnostische criteria. Het is een beschrijving van een hersenstoornis. Zowel deze beschrijvende definitie als de DSM hebben waarde. De DSM richt zich op uiterlijke manifestaties die kunnen worden waargenomen en waarvan de aanwezigheid kan worden bevestigd via een klinisch interview of gestandaardiseerde vragenlijsten over de geschiedenis van een persoon en zijn symptomen. Deze definitie richt zich meer op wat er in de hersenen gebeurt, hoewel het verschillende uiterlijke manifestaties van verslaving noemt en hoe gedragingen die worden gezien bij personen met verslaving begrijpelijk zijn op basis van wat nu bekend is over onderliggende veranderingen in het functioneren van de hersenen.

We hopen dat onze nieuwe definitie zal leiden tot een beter begrip van het ziekteproces dat biologisch, psychologisch, sociaal en spiritueel is in zijn manifestatie. Het zou verstandig zijn verslavend gedrag in die context beter te waarderen, naast de diagnoses van Substance Dependence of Substance Use Disorders.

8. VRAAG: Wat zijn implicaties voor behandeling, voor financiering, voor beleid, voor ASAM?

ANTWOORD:

De belangrijkste implicatie voor de behandeling is dat we ons niet alleen op de stoffen kunnen concentreren. Het is belangrijk om te focussen op het onderliggende ziekteproces in de hersenen dat biologische, psychologische, sociale en spirituele manifestaties heeft. Onze lange versie van de nieuwe definitie beschrijft deze in meer detail. Beleidsmakers en financieringsinstanties moeten er rekening mee houden dat de behandeling uitgebreid moet zijn en zich moet richten op alle aspecten van verslaving en verslavend gedrag in plaats van op een substantie-specifieke behandeling, wat kan resulteren in het overschakelen van pathologisch streven naar beloningen en / of verlichting door het gebruik van andere stoffen en / of of betrokkenheid bij ander verslavend gedrag. Een uitgebreide verslavingsbehandeling vereist nauwlettend aandacht voor alle actieve en potentiële stoffen en gedragingen die verslavend kunnen zijn voor iemand die verslaafd is. Het is gebruikelijk dat iemand hulp zoekt voor een bepaalde stof, maar een uitgebreide beoordeling onthult vaak veel meer verborgen manifestaties die vaak zouden worden en worden gemist in programma's waarbij de focus van de behandeling uitsluitend op stoffen of stof is gericht.